donderdag, juli 24, 2008

Helden van het laatste uur

Door Karel Mortier

Frank Vandenbroucke (SP.a) laat in De Standaard van zich horen. Aangezien hij vertelt wat het Vlaamse establishment wil horen, krijgen zijn standpunten ruime aandacht. Het Vlaamse establishment is immers al geruime tijd aan het wachten op de SP.a om haar linkerflank af te dekken. Knack solliciteert zelfs openlijk naar de diensten van de SP.a om een staatshervorming door de strot van de bevolking te duwen.

Het is overigens opvallend hoeveel ruimte separatisten en “confederalisten” (splits bijna alles wat er te splitsen valt, in de eerste plaats de sociale zekerheid) in de Vlaams pers krijgen om hun standpunten te verdedigen. Knack bracht zowaar een extra editie uit waarin quasi uitsluitend aandacht was voor de voorstanders van een splitsing, of van een confederatie. Er is duidelijk een campagne bezig van een deel van de Vlaamse pers om het Vlaamse establishment te ondersteunen. De essentie van het verhaal is dat het allemaal de schuld is van de Franstaligen en dat een grote staatshervorming de oplossing is van alles. De vakbonden laten ook toe dat voorstanders van een grote staatshervorming zoveel ruimte krijgen door zelf afzijdig te blijven in de discussie.

Recent heeft de SP.a ook een communautaire nota uitgebracht waarin de standpunten van de partij over de staatshervorming worden uiteengezet. Dit alles komt meer dan een jaar na het begin van de crisis. Het spreekt voor zich dat de doorsnee leden van de SP.a niet werden betrokken bij het tot stand komen van de communautaire standpunten van hun partij. En dit hoewel men toch ruim de tijd had - laat staan dat die leden de kans hebben gekregen om er over te stemmen.

Ondanks alle mooie woorden na de verkiezingsnederlaag - nl. dat er meer ruimte zou zijn voor de basis om haar mening te geven - kunnen we alleen maar vaststellen dat, wanneer het er op aankomt, de basis zonder problemen wordt genegeerd door de partijleiding. Verassend is dit niet. Ondanks de leegloop van de SP.a en de relatief geringe betrokkenheid van de doorsnee leden zouden de communautaire standpunten die vandaag naar voor worden geschoven wellicht op geen enkel SP.a congres een meerderheid van de stemmen achter zich krijgen.

Gennez presteerde het zowaar om à la Bart De Wever de schuld voor het mislukken van de onderhandelingen in de schoenen van de Franstaligen te schuiven. Ironisch genoeg liggen de standpunten van de Franstalige partijen niet ver af van de standpunten die door het ABVV worden verdedigd. In die zin is het dus verkeerd van de SP.a om er een conflict tussen Vlamingen en Franstaligen van te maken. Het Vlaamse ABVV gaat ook niet akkoord met de eisen die door de Vlaamse meerderheidspartijen, inclusief de SP.a, naar voren worden geschoven. Het ABVV wordt echter straal genegeerd door de SP.a. In de plaats van daar op te reageren doet het ABVV er het zwijgen toe, op een pro forma persbericht na, en wachten ze veilig in hun bunkers tot de communautaire storm is uitgewaaid, om daarna de schade te kunnen opmeten onder de eigen leden.

De voorstellen van de SP.a, of liever die van Vandenbroucke, komen erop neer dat de federale staat naar oeroud liberaal recept “ontvet” moet worden, om op die manier de sociale zekerheid “betaalbaar te houden”. De federale staat zou weliswaar in verhouding meer middelen krijgen om de toekomstige “uitdagingen” te betalen, maar enkel omdat er in verhouding minder geld naar de gewesten en de gemeenschappen zou stromen. Men moet helemaal geen wiskundig genie zijn om vast te stellen dat men op die manier het probleem van de onderfinanciering van de staat niet oplost, maar gewoon verlegd naar de gewesten en gemeenschappen. Op die manier dwingt men deze laatsten om dezelfde maatregelen te nemen als degene die het federale niveau nu al bijna 20 jaar moet nemen om de meubelen te redden.

Je moet ook geen genie zijn om te beseffen dat dit harder aankomt in een regio als Wallonië, waar men reeds problemen heeft om de bestaande bevoegdheden te financieren, dan in een regio als Vlaanderen, waar men voorlopig nog een overschot op de begroting heeft. Vandenbroucke wil dus - net zoals Voka - de Franstaligen dwingen om de nodige besparingsmaatregelen te nemen. De logica die achter de voorstellen van de SP.a schuilt, behoort tot het ABC van het neoliberalisme. Het heet dat op die manier ons “sociaal model” betaalbaar wordt gehouden.

We kunnen alleen maar vaststellen dat de laatste 5 staatshervormingen de sociale ongelijkheid en de armoede niet hebben doen dalen. Ondanks alle staatshervormingen heeft de sociale zekerheid er nog nooit zo slecht voorgestaan als vandaag, hoewel de samenleving nog nooit zoveel welvaart heeft voortgebracht.

Waarom zou een zoveelste staatshervorming en wat schuiven met bevoegdheden en middelen een fundamenteel antwoord bieden op problemen bij de pensioenen, globalisering en de financiering van de sociale zekerheid? De SP.a stelt de oorzaken voor de tekorten in de sociale zekerheid niet in vraag, laat staan het economisch model dat aan de basis ligt van die tekorten. Het is vreemd dat de SP.a akkoord gaat met een lastenverlaging van 2 miljard euro op jaarbasis en dan doodleuk komt zeggen dat een staatshervorming nodig is om ons sociaal model te kunnen behouden. Reken maar eens uit hoeveel 2 miljard euro is op 20 jaar, en wat we daarmee zoal zouden kunnen doen. Dan hebben we het nog maar over één fiscale maatregel en nog niet over de fiscale fraude. De cadeaus aan het patronaat worden echter niet fundamenteel in vraag gesteld, dus zijn het de zwakkeren die het moeten bekopen.

In zekere zin is dit gewoon een verderzetting van het beleid van de SP.a van de laatste 20 jaar. De SP.a kiest zoals steeds de weg van de minste weerstand. Al 20 jaar wordt de federale staat leeggemolken en wordt alles wat niet te vast zit verkocht om de begroting in evenwicht te houden. Het spreekt voor zich dat een dergelijk beleid zijn grenzen heeft, en vandaag lijken we die grens bereikt te hebben. Als het geld op is, bestaan er twee opties. Het geld halen waar het zit om de staat te herfinancieren, zodat de overheid zijn verantwoordelijkheid kan nemen, of de staat verder uitpersen en afbouwen. De SP.a kiest voor de tweede optie en sluit zich daarmee aan bij de eisen van het Vlaamse patronaat om, nadat de patronale sprinkhanen de federale staat hebben leeggevreten, hen ook los te laten op de gemeenschappen en de gewesten.

Daar is immers nog ruimte om besparingsmaatregelen door te voeren. De SP.a heeft de keuze gemaakt om niet samen te werken met het ABVV om de belangen van de werkenden in ons land te verdedigen, maar om te collaboreren met het Vlaamse patronaat. Naar klassiek liberaal recept willen ze de Franstaligen dwingen om een besparingsbeleid te voeren en hardere maatregelen te nemen tegen mensen die leven van een uitkering. Dit in de hoop dat er een paar kruimels overblijven om de pensioenen in Vlaanderen mee te kunnen betalen.

De ironie is dat waar de SP.a eerder zei dat de toekomst van ons sociaal model in Europa lag, ze daar blijkbaar vanaf is gestapt en ze nu “Vlaanderen” propageert als een bunker om zogezegd “ons sociaal model” te behouden. Uiteraard is dat een illusie. Ze hebben de Internationale indertijd wellicht niet voor niets de Internationale genoemd. Het is geen wonder dat de SP.a er ondanks alles niet op vooruit gaat in de peilingen. Wat hebben ze immers te bieden behalve meer van hetzelfde, met wat vertraging in vergelijking met de Vlaams-nationale partijen?

De enigen die de macht hebben om dit proces tegen te houden zijn de vakbonden, maar die blinken uit in afwezigheid en nemen hun verantwoordelijkheid niet op. Ze lijken de politieke resultaten af te wachten. En dit hoewel ze reeds een jaar weten dat wat er ook uit de bus komt nadelige gevolgen zal hebben voor hun leden. Meer dan ooit is het duidelijk dat ze geen enkele vertegenwoordiging hebben in het parlement, en niets meer te zeggen hebben in de SP.a. Hetzelfde geldt voor het ACV binnen de CD&V. Waarop wachten ze om hun conclusies te trekken? Tot België er weer uitziet zoals in de 19e eeuw?

vrijdag, juli 18, 2008

Derde keer, goede keer? (II)

Door Karel Mortier

Niemand zal ontkennen dat de kennis van verschillende talen een verrijking is. De kennis van het Nederlands is een belangrijke troef om een baan te vinden, in Brussel en zeker in Vlaanderen. Maar wie gelooft echt dat men in Vilvoorde, en andere Vlaamse gemeenten in de regio, enkel sociale woningen geeft aan mensen die Nederlands kennen omwille van sociale motieven? Het spreekt voor zich dat de autochtone bevolking rond de hoofdstad, zoals rond quasi alle Europese hoofdsteden, problemen heeft om een betaalbare woning te vinden. Maar in de meeste landen lost men dit op door voldoende sociale (koop)woningen te bouwen. In Vlaanderen, daarentegen, door taalcriteria op te leggen en een virtuele muur te bouwen rond de eigen hoofdstad.

Het is trouwens niet alleen in Vilvoorde dat mensen een probleem hebben om een betaalbare woning te vinden. Dit is al lang een probleem in heel Vlaanderen, met name rond de grote steden, de kust en bepaalde plaatsen langs de Nederlandse grens. Het is ook al lang zo dat huisvesting een bevoegdheid is van het Vlaams gewest, en het is even lang het geval dat men er weinig aan doet om het probleem op te lossen.

Nu opeens de sociale Jan uithangen en stoere praat verkopen richting de rijke Franstaligen in de rand is niet geloofwaardig. De SP.a doet eigenlijk net hetzelfde rond werkloosheid en hun “strijd” tegen de fiscale fraude. De beslissing van gemeenten als Vilvoorde is niet alleen in strijd met de regels van de vrije markt (tot daar aan toe), maar wellicht ook met een aantal Europese regels waar ze in theorie zoveel belang aan hechten. Het is wachten op de zoveelste “kaakslag voor Vlaanderen” wanneer Europa een kritische opmerking maakt.

Europa zit trouwens nog geen 10 kilometer verder dus kunnen ze die kaakslag met de fiets in ontvangst gaan nemen. Dat “Vlaanderen” in het buitenland een negatief imago krijgt is echter niet zozeer de schuld van het Vlaamse establishment dat dergelijke maatregelen oplegt, maar zogezegd van de “Franstaligen” die de maatregelen niet aanvaarden. De maatregelen op zich zijn ook niet het probleem, maar de manier waarop die maatregelen worden verkocht aan het buitenland. Alles is tegenwoordig een probleem van communicatie, daar waar de inhoud boven alle verdenking staat. Vraag het maar aan Patrick in Antwerpen.

In de ogen van de Gravensteengroep hebben de politieke vertegenwoordigers van de etnische groep die het meeste leden telt gelijk. De andere etnische groepen hebben de keuze om zich te onderwerpen aan de goede intenties van die meerderheid, of moeten de gevolgen maar dragen, als ze dat weigeren te doen. Het wordt nog gekker als de eenzijdige splitsing van BHV in hun ogen past in de institutionele pacificatie van ons land. “War” is duidelijk “peace” in de ogen van de auteurs van het manifest.

Waarom denkt de Gravensteengroep dat de zoveelste staatshervorming zal oplossen wat de voorgaande staatshervormingen duidelijk niet hebben gedaan? Waarom zou een volgende staatshervorming de toekomst van de welvaart en solidariteit wel verzekeren? De neiging te denken dat men met een volgende staatshervorming alle problemen kan oplossen, doet wat denken aan een drugsverslaafde die denkt dat met het volgende shot alle problemen zijn opgelost.

Binnen dit neoliberaal kader waarin landen, regio’s en mensen met elkaar moeten concurreren om in de gunst te blijven van het kapitaal is het een illusie te denken dat je landen, regio’s of mensen in harmonie met elkaar kan doen samenleven. Het is ook een illusie te denken dat je zo echte autonomie kan hebben. Een buitenlandse multinational moet maar even met de vingers knippen en we zien direct hoe autonoom regio’s en landen zijn om bepaalde keuzes te maken.

Als Franstalige politici bepaalde keuzes of beslissingen nemen die in de ogen van de Gravensteengroep nadelig zouden zijn voor Vlaanderen - en dat zal alleen maar toenemen na de zoveelste staatshervorming - dan is dat een teken van een gebrek aan politieke solidariteit. Als Franstalige politici proberen om - binnen de spelregels van de burgerlijke democratie in België - de voorstellen van Vlaamse politici te veranderen of tegenvoorstellen doen om tot een compromis te komen, dan getuigt dit van een gebrek aan politieke solidariteit en is dit een teken dat “de democratie” in ons land niet werkt.

De voorstellen van het politieke establishment in Vlaanderen zijn te nemen of te laten. De tegenvoorstellen van de Franstaligen zijn onbespreekbaar - de eerste keer omdat ze de welvaart ondermijnden, de tweede keer omdat ze de solidariteit op het spel zetten en - derde keer goede keer - omdat ze “niet democratisch” zijn. Er is geen enkele rechtbank die heeft gezegd dat het probleem BHV op die manier en eenzijdig moet worden opgelost. In die zin verschuilt de Gravensteengroep zich eerder achter nationalistische mantra’s dan juridische feiten. De uberdemocraten van de Gravensteengroep kunnen dan wel BHV splitsen omdat daar een simpele meerderheid voor volstaat, maar daarmee staan ze geen stap verder om hun staatshervorming te realiseren. Het enige wat hen rest is ermee te dreigen om België op te blazen. Het klinkt stoer maar daarmee gaan ze voorbij aan het feit dat nog geen 10% van de Vlamingen op dit moment dit idee ziet zitten. De markt voor bedrijfsvastgoed is ook in vrije val, dus is dit ook niet het moment om het Vlaams patrimonium in Brussel op de markt te gooien.

Het spreekt voor zich dat Franstalige politici geen heiligen zijn, even goed neoliberaal, en in de eerste plaats oog hebben voor hun eigen directe politieke belangen. Maar het zou ongelooflijk hypocriet zijn om te geloven dat dit enkel en alleen het geval is bij Franstalige politici. De Vlaamse burgerlijke politici liggen bijvoorbeeld ook dwars bij de uitbreidingsplannen van de luchthaven van Luik. Franstalige Brusselaars halen ook telkens het voorbeeld aan van de E429 tussen Brussel en Rijsel, die opeens stopt in Halle waardoor de aansluiting met de Brusselse ring niet optimaal is. Iedere gemeenschap kan wel voorbeelden aanhalen van pesterijen van de andere gemeenschap.

De enige oplossing die de Gravensteengroep echter voorstelt is dat de Franstaligen moeten plooien, of anders... Streven naar meer autonomie voor Vlaanderen binnen een neoliberaal kader is trouwens een absurditeit. Het argument dat de Gravensteengroep aanhaalt, is dat de Franstalige politici de Vlamingen proberen dwars te zitten. Dit is echter inherent aan een neoliberaal model en zal alleen maar toenemen naarmate de regio’s meer autonomie krijgen om een eigen beleid te voeren. Een eigen beleid is sowieso eerder een illusie gezien 60% van de beslissingen genomen wordt op Europees niveau en de rest van de beslissingen in hoge mate beïnvloed wordt door externe krachten, zoals de Europese Centrale Bank (ECB) en de kapitalisten.

De auteurs van het Gravensteenmanifest geloven toch zelf niet dat meer fiscale autonomie, en dus meer fiscale concurrentie, de politieke solidariteit in ons land zal doen toenemen? De dag dat men in Wallonië of Brussel de vennootschapsbelasting met 1% doet dalen om meer investeerders aan te trekken dan Vlaanderen, zal men Wallonië meteen een gebrek aan politieke solidariteit verwijten. Hoe zullen de bepleiters van regionale autonomie reageren mocht Inbev de tent sluiten in Leuven en verhuizen naar Brussel omdat de vennootschapsbelastingen daar lager liggen?

Daarmee zijn we weer waar we begonnen zijn. Er worden geen kritische vragen gesteld over de motieven en doelstellingen van de Vlaamse voorstanders van de staatshervorming, en alle tegenvoorstellen en motieven van de Franstalige politici worden meteen verdacht gemaakt en in een kwaad daglicht gesteld. De voorstellen van het Vlaamse establishment zijn als het ware door God ingegeven en door Yves Leterme op schrift gesteld. Alles en iedereen die ingaat tegen de ware leer is een ketter en wordt bedreigd met excommunicatie.

De oplossing die de Gravensteengroep naar voren schuift, is dat de Franstalige politici zich moeten schikken naar de wil van de Vlaamse politieke meerderheid en zich daar geen vragen bij mogen stellen. Een compromis is niet noodzakelijk want “wij zijn met meer”. De Gravensteengroep is dan ook voorstander van een ordinaire machtsgreep van één gemeenschap ten koste van een andere gemeenschap. En dat omdat de Franstaligen nu maar eens moeten voelen wat “wij” 100 jaar geleden hebben gevoeld. De arbeiders in Vlaanderen, Brussel en Wallonië die nu al hun koopkracht sterk zien achteruitgaan, hebben niets te winnen bij zo'n neoliberale concurrentieslag en moeten hun eigen politieke uitdrukking zien te vinden - een eigen abeiderspartij - om uit deze impasse te geraken en een ergere communautaire escalatie te voorkomen.

zondag, juli 13, 2008

Vlaams Belang: in de ban van halal

Ook deze zomer zal het Vlaams Belang en haar kopman, Philip Dewinter, campagne blijven voeren tegen de toevloed van halal-voedsel in de supermarkten, cafés (salami halal) en zelfs pitarestaurants. “Halal staat voor mij gelijk aan Hamas op mijn bord, en de Taliban in de kookpan. Deze kolonisering van de Vlaamse keuken moet stoppen. En dan spreek ik nog niet over de overal als paddestoelen uit de grond schietende pitabars. Bijna nog erger dan de moskees. Het VB pleit voor een buurtonderzoek telkens wanneer zo'n dealer in pita of kebab, al dan niet met look- of samuraisaus, zich in een van onze wijken wil vestigen. De Vlaming moet, euh, baas in eigen buik blijven.”

Deze woorden liet Philip Dewinter gisteren optekenen tijdens een persconferentie, die door het VB was georganiseerd vanuit slagerij Verreycken en Zonen, te Borgerhout. De aanwezige journalisten konden gratis proeven van de hapjes die “Consumenten tegen islamisering”, want zo heet de nieuwe VB-campagne, op de toonbank naast Dewinter had uitgestald. De vleesballetjes waren telkens doorprikt met een tandenstoker, waar bovenaan een klein leeuwenvlagje aan was bevestigd. Het partijkader op het Madouplein had duidelijk weer eens overuren gemaakt. “100% varkensvlees van een 100% Vlaamse slager,” stelde het boegbeeld van de extreemrechtse partij tevreden vast, terwijl hij een van de volkseigen vleesballetjes achter de kiezen drukte. De slager zelf sloeg de drukte in zijn winkel glimlachend gade, en kon alleen maar bevestigen dat “de halal mijn oren uitkomt - is dit nog wel een vrije maatschappij, meneer?”

Philip Dewinter legde zelf het verband met het thema van de koopkracht. “Ik merk dat de vakbonden op straat komen om de lonen te verhogen. Ze stappen dus mee in het verhaal dat de prijzen van olie en voedsel sterk zouden zijn gestegen. Ik heb mijn chauffeur, of mijn vrouw, toch nog niet horen klagen.” De VB-spreekbuis raakte nu goed op dreef in zijn favoriete slagerij. Breed gebarend, een tandenstoker in de hand: “Weet u wat het probleem is in Vlaanderen? De vakbonden denken nog altijd in marxistische termen van klassenstrijd, van stakingen en werkonderbrekingen die enkel de economie schaden, terwijl wij het volkseigen worstenbelang op de agenda willen zetten. 'Eigen worst eerst', is vanaf nu onze leuze. Zelfs Jean-Marie Dedecker, die wij voor de rest best sympathiek vinden en in de meeste gevallen een bondgenoot is, blijkt niet bereid om de Vlaamse saucisse tot de laatste snik te verdedigen.”

Het VB zou echter niet bij de pakken blijven zitten: “Wij zullen daarrond een 4-kleurige folder verspreiden in alle Vlaamse brievenbussen. Deze kwestie is voor ons belangrijker dan een grote staatshervorming, van die hansworst van een Yves Leterme. In dit materiaal zullen wij tevens de vakbonden oproepen om af te zien van de verdelende strijd tegen de patroons en de rijken. Velen van hen zijn tenslotte ook door halal en Hamas onderdrukte Vlamingen.” Om Vlaanderen van die stelling te overtuigen zullen de leden en sympathisanten van de partij worden aangemoedigd om, vanaf september, met de petitie “Vergeet de index, eet alleen Vlaamse worst” op de werkvloer en in de wijken te militeren. “Mmm, ik krijg er nu al honger van!” spoorde de culinair onwrikbare Dewinter zijn partijgenoten aan.


(pd)

maandag, juli 07, 2008

Derde keer, goede keer? (I)

Door Karel Mortier

De Gravensteengroep vond het nodig om een derde tekst te publiceren om duidelijk te maken waar ze met hun vorige teksten precies naartoe wilden. Nu eens is een staatshervorming noodzakelijk om “onze welvaart” te behouden, dan weer de “solidariteit”, en vandaag zowaar “de democratie”.

De vorige keer draaide men fel rond de pot wat het begrip solidariteit betreft. Nu moet het woord democratie eraan geloven. De staatshervorming is niet langer noodzakelijk om de welvaart te behouden (wat het dominante verhaal was in Vlaanderen), ze is zelfs niet langer noodzakelijk om de solidariteit te behouden (wat de draai is die de anderssocialisten van de SP.a er zeer laattijdig aan hebben gegeven).

Niets van dit alles, wat de Gravensteengroep betreft. Een grote staatshervorming is noodzakelijk om dé democratie zelf te herstellen. De democratie wordt aangevallen door Franstaligen die de wil van de meerderheid niet willen respecteren. De Vlaamse ondernemers die de staatshervorming op gang hebben getrokken, een aantal jaren terug, hadden wellicht veel zaken op het oog toen ze hun eisen op tafel legden. Maar dat hun eisen op een dag de voorwaarde zouden vormen om “de democratie” in ons land te herstellen, daar hadden ze wellicht nog niet aan gedacht.

“Vlaanderen” wil geen geld, macht of grond. Het enige wat Vlaanderen wil is “politieke solidariteit” van de Franstaligen. De Gravensteengroep probeert iedere keer een andere draai te geven aan de eisen van het Vlaamse establishment. Maar de toonaard van alle stukken is gelijklopend.

De eisen van het Vlaamse establishment worden niet in vraag gesteld, of in een socio-economische context geplaatst. Het is allemaal de schuld van de Franstaligen die beschuldigd worden van imperialisme, parasitisme, etc. De ene dag gaan de Franstaligen zich te buiten aan cultureel imperialisme en parasitisme, een andere keer ondergraven ze de solidariteit, en nu zowaar de democratie.

Een aantal voorbeelden - kaakslagen zo u wil - moeten volgens hen bewijzen dat de Franstalige politici van kwade wil zijn. Een vergaande - opgelegde - staatshervorming van een Vlaamse parlementaire meerderheid zou dan de enige uitweg uit deze impasse zijn. Als de Gravensteengroep aan dit tempo verder doet dan zijn de Franstaligen binnen de kortste keren ook verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde, Sara, en andere kwalen.

De Gravensteengroep haalt een aantal voorbeelden aan van het vermeende gebrek aan “politieke solidariteit” van de Franstalige politici. Ze haalt echter geen voorbeelden aan van landen of regio’s waar sectaire of etnische conflicten werden opgelost doordat één gemeenschap haar wil oplegde aan een andere gemeenschap. Of waar een bepaalde groep op een duurzame wijze erin is geslaagd om haar wil op te leggen aan een etnische minderheid, zonder dat dit leidde tot een conflict. De auteurs halen aan dat in heel Europa lukt wat in België niet lukt, daar waar onze indruk eerder is dat in België deels lukt(e) wat in heel Europa niet lukt, zelfs met de beperkingen van een burgerlijke democratie.

In de meeste landen met een complexe etnische samenstelling zijn het veelal die landen waar minderheden over ruime rechten beschikken, en mechanismen om zich te beschermen tegen etnische meerderheden, waar men het minst etnische conflicten kent. Het is geen wonder dat, ondanks de fundamentele beperkingen van het stalinistische model in het voormalige Oostblok, etnische conflicten er relatief zeldzaam waren. En dat daar na de val van de Sovjetunie abrupt een einde aan kwam, toen die nieuwe landen kennis maakten met “democratie” à la de Gravensteengroep.

De elites van verschillende etnische groepen hanteerden precies dezelfde argumenten en principes na de val van de Muur, om hun toekomstige burgerlijke staat vorm te geven. In zekere zin was dit zelfs ook het geval bij de staat die ze zo verfoeien, nl. België. Destijds was er een Franstalige parlementaire meerderheid die haar wil oplegde aan de bevolking. Blijkbaar verlangen de leden van de Gravensteengroep terug naar die periode, maar dan met Nederlandstalige burgerlijke politici op de stoel waar de Franstaligen 100 jaar geleden op zaten.

Net die beschermingsmechanismen en rechten van etnische minderheden, waar Belgische politici in het buitenland nochtans te pas en te onpas mee staan te leuren, worden door de ondertekenaars van het Gravensteenmanifest en het Vlaams establishment nu in vraag gesteld. Dat de Franstalige partijen als minderheid bepaalde zaken kunnen tegenhouden is allemaal goed en wel, zolang ze het maar niet te lang doen. Daarmee is trouwens helemaal niet gezegd dat de Franstalige politici meer nobele doelstellingen zouden hebben dan hun Nederlandstalige collega’s. Beiden verdedigen ze immers de belangen van het patronaat. Ze werken echter binnen een verschillende context, waardoor er meningsverschillen bestaan over hoe ze hun meesters het best van dienst kunnen zijn.

We hebben ironisch genoeg een politieke kaste die boeken schrijft over de Verenigde Staten van Europa van Helsinki tot Lissabon en tegelijkertijd discussieert over het einde van een land tussen Oostende en Aarlen. We hebben politici die de mond vol hebben over het beëindigen van de erfenis van de Koude Oorlog, maar er niet in slagen om een oplossing te vinden voor de erfenis van het Romeinse Rijk! “Alle Menschen werden Brüder” zoveel u wenst, maar niet in mijn achtertuin. De Internationale, OK, maar dan in het Nederlands a.u.b! Hier spreekt men Vlaams. Alle burgerlijke ideeën over “broederlijkheid en solidariteit” vliegen blijkbaar de deur uit als men denkt op die manier een stem meer te kunnen halen.

Het is dan ook geen wonder dat quasi alle buitenlandse journalisten de politieke crisis in België en de crisis binnen de Europese Unie binnen dezelfde context plaatsen. De spanningen in Europa tussen de verschillende lidstaten over de toekomst van Europa komen ook naar boven binnen België (maar ook in landen als Spanje, Italië, Frankrijk, etc.), maar dan op een andere manier. In België ruziet men 5 minuten over welke beslissingen het neoliberale Europa kan nemen, en meer dan een jaar over welk beleidsniveau in ons land die beslissingen moet uitvoeren.

De burgerlijke staat België is gebouwd op het principe dat zowel de Franstaligen als Vlaamse Brusselaars als minderheid in België bepaalde rechten hebben. Dat er de facto geen beslissingen opgelegd kunnen worden door één taalgroep tegenover de andere taalgroep. Het is een illusie te denken dat men ongestraft kan streven naar een homogeen taalgebied in Vlaanderen (met o ironie Brussel als hoofdstad) waarbinnen een permanente jachtvergunning van kracht is op Franstaligen - die overigens tot hun schande ook wordt ondersteund door de SP.a. En zoiets binnen een Belgische staat waarbinnen een Vlaamse politieke meerderheid haar wil – in naam van "de democratie" - keer op keer kan opleggen aan een Franstalige minderheid.

In die zin is binnen een burgerlijk kader het lot van de Vlaamse minderheid in Brussel verbonden met dat van de Franstalige minderheid in België. Binnen geen enkel multi-etnisch staatsverband is het slechts opleggen van een meerderheid werkbaar als er fundamentele meningsverschillen bestaan over bepaalde zaken. De voorstellen van de Gravensteengroep komen dan ook steeds neer op een voorstel om België op te doeken in taalgemeenschappen. Mochten in de toekomst de Vlamingen in Brussel problemen ondervinden als gevolg van het streven naar een homogeen taalgebied in Vlaanderen, dan zullen de Vermeerschen van deze wereld ongetwijfeld de eersten zijn om “kaakslag” te roepen, en de laatsten om de kaakslagen in ontvangst te nemen.

Het is immers ver gekomen als men in Vlaanderen quasi zonder politieke tegenstand taaleisen kan opleggen aan mensen om een woning te kopen. Het is ook vreemd te denken dat dit geen gevolgen zou hebben voor de Nederlandstaligen in Brussel. De enige partij die weerwerk biedt in het parlement, Groen!, werd meteen geconfronteerd met lokale dissidentie van een aantal van haar mandatarissen in de Brusselse randgemeenten.

De schijnheiligheid en hypocrisie waarmee lokale mandatarissen van zogenaamde linkse partijen in Vlaanderen de aanvallen tegen de Franstaligen in de rand in een sociale verpakking gieten, gaat tegenwoordig zo ver dat ze zich zelfs bij De Morgen geroepen voelen om dit aan te klagen. Het probleem is dat Vlaanderen zo danig weinig heeft geïnvesteerd in sociale woningbouw dat de impact van alle Vlaamse maatregelen om de verfransing op die manier tegen te gaan sowieso een verloren zaak zijn.

De Vlaamse politici weten dit, maar gaan er desondanks mee door, goed wetende dat ze daardoor de communautaire impasse alleen maar vergroten. Het enige wat men met deze maatregelen bereikt, is een polarisering in Brussel en omgeving tussen beide gemeenschappen, wat een vruchtbare voedingsbodem is voor partijen en politici die leven van dit soort conflicten. Dat dit alles zich afspeelt in het “hart van Europa” anno 2008 maakt het voor de politici des te pijnlijker.