vrijdag, december 30, 2011

Eindejaarskwis: dat was 2011

2011 sleept zich moeizaam naar zijn einde, terwijl 2012 zich weer als stormachtig aankondigt! Wie was er "hot" en wie "not", wie liet zich opmerken en wie stond erbij en keek ernaar, tijdens het afgelopen jaar? Wat is er beter om een jaar van revoluties en massabewegingen af te sluiten dan met een eindejaarskwis van en voor de 99%?

Champagne - nu het nog kan!

1/ Van welke internationale organisatie waren zowel Ben Ali als Hosni Moebarak, de door revoluties weggejaagde ex-dictators uit Tunesië en Egypte, tot begin dit jaar lid?

a) de Bond van Martelende Dictators in Dienst van het Imperialisme

b) de Internationale Brailleliga

c) de sociaaldemocratische Tweede Internationale (naast de kleine en "grote" Tobback, Patrick Janssens en - lang geleden - Sigfried Bracke)

d) de Internationale Liga voor Vreugde en Bezinning door Volgehouden Gevangenisbezoek

Antwoord: c)

2/ Niet verbonden met de vorige vraag. Welke "socialist" beweerde over de internationale protestbeweging van jongeren (de indignado's) - die zich verzet tegen de groeiende kloof tussen arm en rijk, jongerenwerkloosheid zoals in Spanje van meer dan 40% en het onderdrukkende kapitalisme - dat hij ze "niet begrijpt" en dat ze "protesteren van 9 tot 5, maar in het weekend heen en terug gaan op citytrip"

a) Hosni Moebarak

b) Louis Tobback

c) Ben Ali

d) Tony "ik werd ingehuurd als PR-consultant voor de dictatuur in Kazachstan en ben nog wel lid van de Tweede Internationale, zelfs na de bloedige repressie in dat land" Blair

Antwoord: b)

3/ Welk fenomeen wordt sinds kort aangeduid met de term "Merkozy?

a) de letterlijke kruising tussen een Franse poedel en een Duitse herder

b) een nieuwe, geruchtmakende travestieact in de Moulin Rouge in Parijs, met een als harde neoliberale tante verklede dubbelganger van Angela Merkel, inclusief knallende zweep, in de hoofdrol

c) een seksueel onduidelijk neefje van het schaap Dolly

d) de politieke tandem tussen de staatshoofden Nicolas Sarkozy (Frankrijk) en Angela Merkel (Duitsland), die sinds de eurocrisis overuren moet maken om de kapitalistische barak overeind te houden

Antwoord: d)

4/ Over welke "bonden" sprak Bruno Tobback (SP.a) toen hij de volgende gevleugelde woorden ten berde bracht: "De bonden moeten niet met de mensen hun voeten rammelen"?

a) over het verbond van internationale gokzieke bankiers, die ons vervolgens de rekening laten betalen

b) over het Verbond van Belgische Ondernemingen, dat de index in vraag stelt en onze levensstandaard zo nog verder wil ondermijnen

c) over de instellingen achter de financiële markten en hoe die hun antisociale dictatuur proberen op te leggen

d) over de Belgische vakbonden die de staking in de openbare diensten organiseerden, tegen de verlaging van de pensioenen, het langer werken voor minder geld, en de ondermijning van de overheidsdiensten

Antwoord: d)

5/ De idee van een onafhankelijke pers maakte het afgelopen jaar opnieuw geen goede beurt. Hoe heette het schandaalblad dat door de mediamagnaat Rupert Murdoch werd opgedoekt, nadat duidelijk werd dat het blad zich aan stelselmatige afluisterpraktijken, in samenwerking met het politieapparaat, had schuldig gemaakt?

a) Het Laatste Nieuws uit de Diepste Riool die we konden Vinden

b) Hello Everybody (Dag Allemaal)

c) News of the World

d) Lekker Gortig Nieuws uit het Afvoerputje omdat we het kunnen

Antwoord: c)

6/ Hoeveel dagen zat België zonder een federale regering?

a) langer dan Sigfried Bracke zich kan herinneren (dat hij ooit nog bij de SP.a had gesolliciteerd was ook slechts een vage herinnering)

b) net zo lang tot men de Waalse haan tot drie keer kon horen kraaien, ten teken van het verraad van de PS aan de klasse: de klasse op zich - Daerden - en de arbeidersklasse

c) precies zolang tot de financiële markten hun neoliberale dictatuur begonnen op te leggen, waarop alles in een wip en een gauw in kannen en kruiken was (de werkenden doen bloeden, de winstzucht van de patroons op alles voorrang geven)

d) bijna zo lang als de tijd die koningin Paola nodig heeft om een paar schoenen uit te kiezen

Antwoord: c)

7/ Waarom is er volgens de traditionele media geen alternatief op nog eens een ronde harde besparingen, terwijl het neoliberalisme ons al 30 jaar het "licht aan het einde van de tunnel belooft"?

a) omdat iets wat 30 jaar niet werkt en tot verarming heeft geleid morgen misschien wel ineens kan werken

b) omdat we realistisch moeten zijn en de ratingbureaus en het financiekapitaal, net als voor het uitbreken van de crisis, in dat nuchtere realisme de meest betrouwbare gidsen zijn

c) omdat de media in handen zijn van zij die de crisis hebben veroorzaakt en we dus hoofdzakelijk de gefaalde oplossingen van de 1% op ons bord krijgen

d) om een Grieks scenario van bankroet en ineenstorting van de lonen en sociale zekerheid te vermijden, zijn diepgaande maatregelen vereist (we moeten de sociale zekerheid dringend afbreken voor "de markten" het doen!)

Antwoord: c)

8/ Noem 2 NVA-leden die niet Bart De Wever heten.

a) In Bart De Wever kunnen fysiek 2 andere NVA'ers, telt dat ook?

b) Sigfried Bracke en, allez, shit

c) Margaret Thatcher en Ronald Reagan (erelid omdat zij fysiek stakingen braken: daar krijgt De Wever natte dromen van, ook al durft hij het zelf voorlopig niet - liever een grote mond dan stemmen verliezen)

d) Jan Weyts en Ben Jambon, nee???

e) Geert Bourgeois, maar ze zijn daar allemaal bourgeois zeker

Antwoord: e)

9/ Wie werd door het weekblad Time tot "persoon van het jaar" bekroond?

a) Bart De Wever (NVA), voor het wereldrecord regeringsvorming zonder een regering te vormen

b) Ben Bernanke, voorzitter van de Federal Reserve in de VS, omdat die met zijn voortdurende bailouts van de banken - al dan niet in de schaduw - de nakende ineenstorting van het kapitalisme weer met een jaartje heeft uitgesteld - oef en tof!

c) de demonstrant (in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, van Occupy Wall Street tot Rusland)

d) Angela Merkel, de kapitalistische travestieact uit de Moulin Rouge, occasioneel met zwarte laarzen en zweep de eurozone op de pijnbank van de neoliberale Inquisitie leggend, met de Europese Commissie, het IMF en de ECB als nieuwe Heilige Drievuldigheid

Antwoord: c)

10/ Wat mogen we, alles welbeschouwd, verwachten in 2012?

a) steeds minder, op basis van het kapitalisme

b) de nieuwe IPhone (die iets beter zal zijn dan de vorige maar niet zo goed als hij zou kunnen zijn, omdat zelfs de Apple-erfgenamen van de "halve heilige" Steve Jobs geld uit onze zakken moeten blijven slaan - waar blijft die democratisch geplande economie?)

c) dat de banken ons opnieuw de rekening voor hun goklust zullen presenteren

d) een nieuwe arbeiderspartij die groeit uit het vakbondsverzet tegen de besparingen van de regering van Elio Di Rupo

Antwoord: van a) en b) zijn we quasi zeker, c) is meer dan waarschijnlijk en d) zal er uiteindelijk van moeten komen, willen we ons lot in eigen handen nemen en een goede discussie beginnen over socialisme in onze tijd - wat zullen onze kinderen en kleinkinderen trots op ons zijn, als we hen voor dat nare kapitalisme hebben behoed!

Prettige feesten aan alle arbeiders!

(pd)

zaterdag, december 03, 2011

Burgerlijke economen verklaren de crisis - “Het is uiteindelijk maar geld”

De eurocrisis en de groeiende kritiek op het kapitalisme als systeem zijn een aantal oude zekerheden en schijnbare evidenties in een snel tempo aan het opzij schuiven. Wat gisteren schier onmogelijk leek en enkel door partijen als LSP als perspectief werd vooropgesteld – het op termijn uiteenvallen van de eurozone – is nu een ernstig gespreksonderwerp onder “ernstige” economen en burgerlijke politici. Na Griekenland is nu ook Italië beginnen te schuiven, met mogelijk dramatische gevolgen voor de bankwereld en de staatsfinanciën van vele Europese landen.

De overheidsschuld van Italië - 1900 miljard euro, waarvan meer dan 300 miljard het komende jaar af te betalen - is veel groter dan het noodfonds waarmee de Europese leiders de paniek op de beurzen proberen te bezweren. In België was de dreiging van de “financiële markten”, de aasgieren van het speculatiekapitaal, voldoende om een nieuwe besparingsregering op de been te krijgen. De manische op- en neergang op de beurzen weerspiegelt de enorme massa kapitaal die naar speculatieve winst zoekt en de onderliggende instabiliteit van de wereldeconomie.

Waar we voor staan is een nieuwe recessie in Europa, een nieuwe en massieve bankencrisis en het failliet van de illusie van een eengemaakt Europa op kapitalistische basis. Een uiteenvallen van de eurozone, waarvan het precieze tempo nu nog moeilijk kan worden ingeschat, zou een belangrijke ideologische nederlaag zijn voor de burgerij. Het zou vergelijkbaar zijn met de effecten van de val van de Berlijnse Muur voor het vermeende “reëel bestaande socialisme” (wat geen democratisch socialisme was, maar een bureaucratische dictatuur onder leiding van een stalinistische elite).

Het uiteenvallen van het europroject zou vele - of zelfs de meeste - Europese landen in een diepe recessie storten. Het zou enorme gevolgen hebben voor de levensstandaard en de rechten van de meerderheid van de bevolking. In het zakenblad De Tijd mochten onze Belgische patroons recent hun licht laten schijnen over de nood aan een meer dictatoriaal systeem, in tijden van “eurocrisis”. De schroom daaromtrent was zeer beperkt. Wat nog maar eens de marxistische stelling bevestigt dat enkel de arbeidersklasse voor “echte democratie” – uiteindelijk arbeidersdemocratie in een socialistische samenleving – kan staan.

Geconfronteerd met een kapitalistische klasse die niet uit haar economische problemen geraakt, begint er ook bij de ideologische steunpilaren van het systeem vanalles te morrelen. Zo verscheen er enkele weken geleden een stuk van de econoom Koen Schoors, in De Morgen, dat in vele opzichten opmerkelijk is.

De "topeconoom" Schoors meent dat “op de lange termijn” alles wel goedkomt. De meer hervormingsgezinde kapitalistische econoom Keynes merkte ooit op dat we “op de lange termijn allemaal dood zijn”. De katholieke kerk houdt gelovigen voor dat ze “op de lange termijn” in de hemel belanden. De economische hogepriesters van het kapitalisme hebben daar nu hun eigen variant op bedacht. Tussen een nieuwe fase van groei en voorgaande systeemcrisissen lagen in het verleden zaken die commentatoren als Schoors, in hun vermeende "langetermijnanalyse", schijnbaar vergeten zijn: wereldoorlogen, de noodzakelijk “zelfreinigende” vernietiging van kapitaal op massale schaal en andere sociale catastrofes. Maar dat mag voor de zelfbenoemde zieners van het kapitalisme “op de lange termijn” de pret niet drukken.

Schoors blijft in zijn stuk de oude zekerheden van de klassieke burgerlijke “evenwichtseconomie” herhalen. Import moet gelijk zijn aan export, anders krijg je onevenwichten tussen munten en economieën. Het aanbod (verkoop) moet gelijk zijn aan de vraag (koop). Of nog, de veeleer raadselachtige stelling, in tijden van overcapaciteit (de VS-economie produceert momenteel meer dan 20% onder haar capaciteit) en gigantische ophoping van kapitaal bij de rijken: “de welvaart wordt bepaald door wat wij allen kunnen produceren”.

Afgezien van de weinig opmerkelijke vaststelling dat je eerst moet produceren vooraleer je kan verdelen, lijkt deze uitspraak weinig te verklaren omtrent reële ontwikkelingen in de productie en de verdeling van de welvaart. De hoeveelheid welvaart (alle inkomens samen) wordt bepaald door de geproduceerde hoeveelheid rijkdom... Die uitspraak is zo algemeen dat ze de specifieke verschillen niet meer ziet: dat de verdeling van de maatschappij in klassen - een uitgebuite en een uitbuitende klasse - mee "de welvaart" - het zou meer correct zijn te spreken van de welvaart van de heersende klasse en die van de werkende klasse - bepaalt. Deze stelling is ook een als geloofsartikel geponeerde herformulering van de idee dat elk aanbod zijn eigen vraag zal creëren. De ketting die productie omzet in welvaart kan in dit ideale en theoretische universum, typisch het soort universum waar professoren als Schoors zich veilig in bewegen, enkel door tijdelijke of ondergeschikte fenomenen worden verstoord.

Als zodanig wenst onze professor van een vergoddelijkt en - als je de ogen dichtknijpt - "probleemvrij" kapitalisme geen rekening te houden met permanente verstoring en fundamentele onevenwichten in de relatie tussen vraag en aanbod. De trend van langer uitgesponnen crisissen en kortere en meer en meer kunstmatige - op schulden gebaseerde - groeiperiodes had hem nochtans naar enkele empirische vaststellingen kunnen leiden! Sommigen beweren, verkeerdelijk, dat het marxisme "dogmatisch" is. Hoe moet je de redeneringen van de burgerlijke "evenwichtseconomie" dan noemen, wat het negeren van de feiten aangaat?

Volgens Schoors is een verstoring van de relatie tussen vraag en aanbod enkel een gevolg van “ruis”. Of ook: van “coördinatieproblemen” binnen het systeem. En verder is er, nog een klassieker in de burgerlijke jukebox met krakende platen, een probleem van "irrationele angst”. De crisis is niet objectief en ze zit niet in het systeem - wat de linkse socialisten zouden beweren. Ze zit - de stap van burgerlijke economie naar zelfhulppsychologie is dikwijls klein - tussen onze oren. Maar is dat ook zo?

De evenwichtseconomie op zijn kop – kortere booms, langere recessies of crisissen

Volgens de economische theorie die professor Schoors aanhangt, kunnen er geen fundamentele crisissen plaatsvinden binnen het kapitalisme. Elk aanbod creëert zijn eigen vraag, en uiteindelijk kunnen crisissen slechts een tijdelijke verstoring zijn van het min of meer “natuurlijke evenwicht” tussen vraag en aanbod. Prijsbewegingen - hoogstens verstoord door occasionele “ruis” – helpen aanbod en vraag op elkaar af te stemmen. De geïsoleerde “productiefactoren” (alsof “arbeid” losstaat van “kapitaal” en er niet - in de vorm van onbetaalde arbeid - de innerlijke essentie van is) vinden op die manier “op de meest efficiënte wijze” hun plaats. En dat binnen wat in essentie - of “op de lange termijn”, voor wie in een burgerlijk hiernamaals gelooft - een economie zonder fundamentele onevenwichten hoort te zijn.

Helaas is voor onze kapitalistische analisten de realiteit anders. Het is interessant om te vernemen dat economen zich, betaald door de gemeenschap, bezighouden met de wetenschappelijke studie van “ruis”. De vraag is alleen: waarom treden die ruis of die schijnbaar toevallige “coördinatieproblemen” nu opeens op? Waarom nu en in deze mate en niet op dezelfde ingrijpende schaal 25 jaar geleden? Of pakweg tijdens de jaren 1960, toen het kapitalisme nog in een wereldwijde groeifase zat? Waar zat de ruis toen, als die er al was? Wat doet de “coördinatieproblemen” nu in een systeemcrisis vastlopen, terwijl dat in de periode voor het neoliberale type van kapitaalaccumulatie - beter: het dichtslibbende gebrek aan kapitaalaccumulatie (in de vorm van tastbare fabrieken en bedrijven) - veel minder het geval was?

Met theorieën van de ruis, coördinatieproblemen, of irrationale angst komen we niet ver als we de huidige crisis willen verklaren. Desondanks weigeren onze burgerlijke economen, en de politici en intellectuelen die hen achterna lopen, een andere plaat op te zetten. Ze zijn vastbesloten een nieuw persoonlijk “evenwicht” tussen yin en yang (tussen vraag en aanbod?) te bereiken, steunend op de miserie van de werkende meerderheid, van jongeren, gepensioneerden, enz.

Ligt het fundamentele probleem bij de schulden?

Linkse socialisten zouden zeggen: de opeenhoping van schulden bij bedrijven, overheden en gezinnen heeft een hele periode toegelaten dat het kapitalisme haar fundamentele problemen voor zich uit kon schuiven. Als alle regeringen in de westerse wereld in dezelfde periode – samenvallend met het begin van het neoliberale crisismanagement - de groei van kredieten in de economie veel sterker begonnen te stimuleren, vanaf de jaren '80, dan kunnen we moeilijk spreken van toeval. De historisch gegroeide schuldenberg - niet alleen bij de overheid maar ook bij bedrijven, banken en gezinnen - in de ontwikkelde landen is geen accident. Dit fenomeen is een rechtstreeks gevolg van de crisispolitiek sinds de jaren '80.

De groeiende problemen van het kapitalisme, sinds vooral de jaren '70, waren te vinden in: een dalende tendens van de winstvoet in de basisindustrieën (door een snellere groei van investeringen in machines en ander “constant kapitaal” dan in arbeidskracht: deze loonarbeid is als “variabel kapitaal” de enige consistente basis voor de omzetting van waarde in meerwaarde, en dus winst). En hiermee samenhangend - deels omwille van het beperkt blijvende herstel van de winstmarges, sinds de jaren '80, deels omwille van een besparingspolitiek die de markten ondermijnde - een tragere accumulatiegraad van kapitaal. Nieuw geïnvesteerd kapitaal stelde in verhouding tot het geïnvesteerde kapitaal van een jaar eerder een aanzienlijk verzwakte groei voor, in vergelijking met de naoorlogse expansie van het kapitalisme. De tragere accumulatiegraad, de terugval van de groei van de investeringen, droeg bij tot een structureel hogere werkloosheid sinds de jaren '70, in vergelijking met de periode voordien.

Voor de VS-economie volgde de accumulatie van kapitaal op vrij nauwkeurige wijze de verzwakking van de winstvoet (de winst per geïnvesteerde eenheid kapitaal) in de reële economie. Beiden liggen in belangrijke mate onder de winstvoeten en de gemiddelde accumulatiegraad tijdens de naoorlogse expansie van het kapitalisme. Dat wil zeggen: de motor van het kapitalisme is al sinds de jaren '70 aan het sputteren, en sindsdien heeft men enkel geprobeerd om de onderliggende tegenstellingen toe te dekken met lapmiddelen die de crisis vandaag potentieel vele malen erger zullen maken.

Hoe langer zo'n systeem kunstmatig functioneert, hoe harder de klap eens de limieten van zo'n scheefgegroeid model, drijvend op schulden, verhoogde uitbuiting en financiële tovenarij, wordt bereikt. De banken dienden een hele periode – via leningen – de kloof tussen productie en consumptie (de ondermijnde koopkracht van de werkenden, de gepensioneerden en werklozen, omwille van de neoliberale politiek) goed te maken. Ze leenden op brede schaal aan overheden, bedrijven en uiteindelijk ook gezinnen. Ze speculeerden zelf op massieve schaal met geleend geld op de financiële markten.

De goed verdienende politici van de burgerij knepen graag een oogje toe: hun kermis leek te blijven draaien, terwijl de enige zichtbare concurrenten - de stalinistische dictaturen - overal failliet gingen. Trouwens, precies op de wijze die marxisten reeds als mogelijk perspectief voorop hadden gesteld: niet door een politieke revolutie om echte arbeidersdemocratie in te stellen, helaas. Wel door een omvorming van de stalinistische heersende kaste in een nieuwe - zij het zwakke en corrupte - kapitalistische klasse.

Door de aangroei van de schulden kwamen de beurswaarden los te staan van de groei- en winstverwachtingen in de reële economie. Multinationals maakten dikwijls meer winst door te gokken op de beurzen dan te investeren in nieuwe productie. Kortom: de groei van het financiële systeem en de explosie van de winsten in deze sector, grotendeels gebaseerd op wat Marx "fictief kapitaal" noemde (steunend op schulden en niet op waarde gecreëerd in echte fabrieken of bedrijven), was een parasitaire uitwas op de beperkte winstgevendheid in de productieve sector - de sector die echte waarden creëert, op basis van het arbeidsproces - en de toenemende ongelijkheid in de maatschappij.

Dat is ook de reden waarom enkel uitvaren tegen "de banken, de speculanten en de ratingbureaus" - waartoe sommigen in de vakbondsleiding zich beperken - niet volstaat als kritiek. Wat we meemaken is een crisis van het kapitalisme zelf, omdat het kapitalisme is: het zijn de onvermijdelijke - reeds door Marx en anderen geanalyseerde - ontwikkelingswetten en -tendenzen van dit systeem die tot crisis leiden.

Sinds de jaren '70 vertoont het kapitalisme een neiging tot overproductie of de capaciteit daartoe. En dit omwille van het feit dat de werkende klasse meer waarde voortbrengt dan ze zelf terugkrijgt in de vorm van een loon, en het ongeplande en inefficiënte karakter van de productie en consumptie binnen dit systeem. Daarnaast was er de "dalende tendens van de winstvoet" sinds de jaren '60 al: de neiging om meer te investeren in machines dan in arbeidskracht, terwijl enkel uit de arbeidskracht meerwaarde of uiteindelijk winst wordt gepuurd. Marx noemde deze laatste wet de "belangrijkste wet in de politieke economie". Bedrijven moeten - als ze al gedwongen worden om te investeren op de huidige, snel verzadigde markten - meer kapitaal inzetten, omwille van de technologische vooruitgang, om een kleinere winst per product te realiseren.

Zeggen dat enkel de hoge schulden het fundamentele probleem zijn, laat de vraag onbeantwoord waarom die schuldenberg nodig was. Het gaat voorbij aan de rol die die schulden noodzakelijk speelden om de diepere problemen toe te dekken:

1/ de slechts gedeeltelijk herstelde winstmarges in de reële economie sinds de jaren '80, '90 en 2000, de daardoor grotere stimulans om onder meer via schuldcreatie te gokken op de beurzen

2/ de nood om via schuldopbouw de consumptie op peil te houden na de neoliberale aanvallen op de koopkracht van de werkende bevolking

Deze neoliberale aanvallen waren ook weer niet toevallig en getuigden ook niet enkel van "slechte wil". Ze vloeiden voort uit de objectieve noodzaak om de gedaalde winstmarges - sinds vooral de jaren '70, toen het systeem ook met overproductie begon te kampen - terug te herstellen. Wat uiteindelijk deels is gelukt in het neoliberale tijdperk beginnend met Reagan, Thatcher, de regering Martens-Verhofstadt in België...

Ligt het kapitalistische kalf gebonden door het "gebrek aan regels" in de financiële sector?

Ook dit is slechts een halve redenering. Deregulering van de financiële sector was niet enkel gemotiveerd door blinde hebzucht. Er was de onderliggende problematiek van lagere winstgevendheid in de industrie. De creatie van een meer op diensten gerichte economie, ook sinds de jaren '80, vormde slechts een tijdelijk lapmiddel om de economische activiteit nieuw leven in te blazen. De keten van arbeidsactiviteiten en dus ook van "toegevoegde arbeid" en, essentieel, onbetaalde arbeid of nieuwe uitbuiting is in de dienstensector kleiner dan in de meer uitgebreide sociale ketting van een sterk industrieel kapitalisme.

De industriële basis deels verleggen naar lageloonlanden in Azië of Oost-Europa (of Mexico in het geval van de VS) kan tijdelijk de winstgevendheid optrekken maar ondermijnt de effectieve vraag in de sterke ontwikkelde landen, door hoger betaalde en door relatief sterke vakbonden verdedigde jobs in de industrie te vervangen door lager betaalde, harder uitgebuite arbeidskracht in een vernieuwde dienstensector in deze landen. Ondertussen hebben de nieuw ontwikkelende landen - zoals China - een te kleine afzetmarkt om de crisis in de ontwikkelde landen (in Europa, de VS en Japan) op te vangen. China is voor 40% van zijn economie afhankelijk van de export: het zal mee naar beneden worden getrokken eens de groei in de VS en Europa stokt.

Linkse socialisten of marxisten zijn niet tegen meer regels: bedrijven als Electrabel profiteren van hun dominante positie om woekerwinsten te boeken. Het reguleren van de prijzen kan een opstap zijn naar nationalisatie en controle van de werkende bevolking op de rijkdom. Maar denken dat strengere regels omtrent de verhouding van schulden van banken tegenover het kapitaal waarmee ze werken het onderliggende probleem van tragere groei, tragere accumulatie, beperkte winstmarges in de industrie, en groeiende overproductie en overproductiecapaciteit had opgelost, is hardop dromen.

"Socialisme of barbarij"

Professor Schoors bezweert ons in zijn artikel dat alles wel op zijn pootjes terechtkomt met dit systeem, en dat we vooral dienen te blijven consumeren, op restaurant gaan, de aankopen zeker niet uitstellen, want - zo predikt de economiespecialist - "het is uiteindelijk maar geld". Daar hebben we het dan. Het is uiteindelijk maar geld! Voor een professor is dat misschien zo, voor werkende mensen klinkt zo'n uitspraak wereldvreemd in de oren. Als kapitalistische economen zo beginnen te spreken over geld en prijzen, de centrale fetisjobjecten van hun onderzoeksveld, wees dan maar zeker dat het systeem dat ze verdedigen er zeer slecht voorstaat.

De keuze is er de komende 10 jaar niet een tussen een hard of een iets minder hard kapitalisme. De vandaag opgroeiende generatie zal door dit systeem weinig of geen kansen worden geboden. De werkloosheidspercentages onder jongeren in Spanje en Griekenland - +40% - zijn een waarschuwing en indicatie in welke richting we ook in de sterkere landen kunnen ontwikkelen. De aanvallen op de ambtenaren in Griekenland - loondalingen van 40% - geven aan dat de burgerlijke politici (die van de sociaaldemocratie inbegrepen) en de patroons voor niets zullen terugdeinzen - niet voor sociale afbraak en desintegratie, niet voor poelen van armoede en blinde miserie onder arbeidersgezinnen, niet voor de nodige repressie als ze daartoe de kans krijgen - om hun eigen positie te redden.

De enige "verantwoordelijkheid" die de arbeiders en de gewone bedienden hebben, is die tegenover hun eigen klasse: de werkende klasse, haar belangen, organisatie en levensstandaard. Dit is de grote meerderheid in de maatschappij. Maar ook die lagen die zich traditioneel minder op collectieve strijd richten - kleine handelaars, intellectuelen, kaders en technici - zullen voor de keuze worden geplaatst: de progressieve klasse volgen - de werkende klasse die collectief vecht voor een democratische, socialistische samenleving - of de vandaag historisch overbodige en enkel nog schadelijke kapitalistische klasse volgen, die desnoods de hele maatschappij in haar neergang en vermogen tot afbraak en sociale ellende zal meetrekken, om haar winsten, posities en privileges veilig te stellen.

(pd)